2000 jaar geleden stond er op onze stuwwal een dicht eikenwoud
1000 jaar geleden stond er op onze stuwwal een dicht eikenwoud
500 jaar geleden stond er op onze stuwwal een uitgedund eikenwoud
150 jaar geleden was onze stuwwal een vrijwel boomloos gebied met heidevelden en zandverstuivingen. (Vooruit, doorsneden met beukenlaantjes).
100 jaar geleden bestond onze stuwwal uit naaldboom-houtakkers en heidevelden.
1 jaar geleden bestond onze stuwwal uit gemengd bos met hier en daar nog wat heide.
De ecologische memorie van Heiderijk is wel erg kort gezien hun mantra dat de natuur teruggebracht moet worden naar haar oorspronkelijke staat; het heideveld. Heidevelden zijn geen oorspronkelijke natuur. Heidevelden zijn het product van vernieling, door mens en vee, van het oorspronkelijke eikengedomineerde loofwoud.
Deze vernieling begon in de late middeleeuwen en kwam enerzijds door boskap t.b.v met name de scheepsbouw, anderzijds door overbegrazing door schaapskuddes en het afplaggen van de rijke bosgrond t.b.v. van bemesting van elders gelegen akkers.
Soms ging de vernietiging zo ver dat er zelfs uitgestrekte zandverstuivingen ontstonden. Onnatuurlijke woestijnvorming in een vochtig zeeklimaat klimaat was een feit. Een milieuramp tekende zich af. Er werd hard ingegrepen; door herbebossingsprogramma’s werd deze ontwikkeling gestopt.
Bijkomend voordeel van deze herbebossing was de bruikbaarheid van het hout als stutmateriaal in de Limburgse kolenmijnen. Sinds de sluiting van die mijnen zijn veel houtakkers met rust gelaten en is er op veel plaatsen een natuurlijke ontwikkeling van het bos in gang gezet (niet door de mens maar door de natuurdynamiek zelf !!) gepaard gaande met een enorme toename van de biodiversiteit. Tot voor kort. Want de hervernietiging (spellingcontrole kent dit woord niet haha) van het bos heeft een aanvang genomen.
Biodiversiteit is ook het toverwoord in het plan Heiderijk.
Er wordt gesteld dat de fauna en flora van een heide en/of zandverstuiving uniek is en derhalve beschermd moet worden. Wat er niet bij verteld wordt is dat we het hier uitsluitend hebben over pioniersoorten die in de natuurlijke dynamiek geen lang leven beschoren zijn en zullen moeten wijken voor de natuur die in het huidige klimaat en geomorfologische omstandigheden wel blijvend is.
Tenzij je de natuurlijke dynamiek bij herhaling verstoort door permanente boomverwijdering en overbegrazing. Dan pas is een heideveld of een zandverstuiving een blijvend verschijnsel. Bij Milieudefensie noemen ze dit tuinieren (sic). Wie zelf de grootschalige boskap in ogenschouw neemt ziet de destructie. Wie zich bewust is van de echte oorspronkelijke natuur beseft dat het plan Heiderijk gebaseerd is op foute aannames en emoties.
Verbijsterend is het feit dat m.n. Natuurmonumenten en ook Milieudefensie zich in deze natuur- en milieuvijandig opstellen. Ik krijg het idee dat deze clubs iets teveel geïntegreerd zijn in het establishment en wel erg afhankelijk zijn geworden van subsidies.
Subsidies die je kunt schudden als je het bos met rust laat en die je met tonnen tegelijk krijgt als je heidevelden gaat construeren.
Volgens Heiderijk c.s. zijn bovenstaande observaties slechts gebaseerd op emotie. Hen wil ik dan nog eens het volgende puur op ratio gebaseerde feit meegeven:
Een bos zal zonder menselijk ingrijpen nooit veranderen in heide. Een heide zal zonder menselijk ingrijpen veranderen in bos. Er bestaat vanuit de natuurlijke dynamiek bezien geen enkel rationeel argument om heidevelden en/of zandverstuivingen te creëren en met alle geweld (en destructie) deze in stand te houden.
Lang leve ons bos !
Malden 27 mei 2010, Gert de Graaf.